top of page

Op zoek naar het Ware Israël: een reis van Belofte naar Geest

  • Foto van schrijver: Peter Parthoens
    Peter Parthoens
  • 28 okt.
  • 9 minuten om te lezen

Op zoek naar het Ware Israël: een reis van Belofte naar Geest


Als iemand die zich verdiept in levensbeschouwelijke thema's, kom ik vaak de vraag tegen: wat is de betekenis van Israël? Is het louter een geografische locatie, een politieke entiteit, of gaat de diepste laag veel verder? Laten we samen op zoek gaan naar de ware betekenis van Israël... !

Om dit te kunnen begrijpen, moeten we terug naar de bronnen – de Bijbel – en vooral luisteren naar de radicale herinterpretatie die het Nieuwe Verbond ons aanreikt. Het antwoord is verrassend actueel en, misschien wel het mooiste: diep persoonlijk.


Het moderne misverstand: een dringende verduidelijking

Laten we direct het olifant in de kamer benoemen, met een helder onderscheid dat vaak over het hoofd wordt gezien: Het Israël in de Bijbel is niet hetzelfde als het moderne Israël van vandaag. Ik weet wat u denkt, en misschien trekt u al conclusies, maar lees alstublieft even mee.


Vandaag de dag vechten en debatteren mensen vaak op basis van een misverstand over wat Israël werkelijk betekent. Men denkt dat het moderne Israël hetzelfde is als het Israël waaraan de beloften in de Bijbel werden gedaan. Maar dat staat zo niet in de Bijbel. De Schrift leert ons dat 'Israël' twee betekenissen heeft.


  1. Ten eerste was Israël een persoon. In Genesis 32, worstelde Jakob met God, vocht letterlijk de hele nacht met Hem. Daarna veranderde God zijn naam in 'Israël'.

  2. Ten tweede werd Israël een natie. Jakobs twaalf zonen werden de twaalf stammen van Israël; Gods uitverkoren volk. Maar begrijp dit goed: zij werden níet uitverkoren vanwege hun land. Zij werden uitverkoren vanwege Gods belofte.


De natie Israël bestond onder koningen zoals David en Salomo. Maar wat gebeurde er? Zij verloren hun land. Zij werden in ballingschap weggevoerd omdat zij zich van God afkeerden. Spoel door naar vandaag. Israël werd in 1948 gesticht als een politieke staat. Maar dat is niet hetzelfde als het bijbelse Israël. Het bijbelse Israël, dat gefundeerd was op de wet, de tempel en haar priesterschap, is niet meer wegens de vernietiging van dit alles in 70 N.C.. Daarnaast is niet iedereen in het hedendaagse Israël een afstammeling van de 12 stammen. Daarenboven, het land definieert Gods volk niet. Geloof doet dat.


Dus wanneer mensen denken dat het verdedigen van het moderne Israël hetzelfde is als het verdedigen van Gods uitverkoren volk, dan mist u de volledige strekking van de Schrift. Gods Israël draaide nooit om land, maar om een relatie met Hem!


Het begin: een Belofte en een nieuwe Identiteit

Onze reis begint bij de aartsvader Abraham. God riep hem en deed een verbondsbelofte: "Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven" (Genesis 12:7; 15:18). Dit "beloofde land" was de fysieke grondslag van de relatie.


twee worstelende judokas op de gevechtsmat

De volgende cruciale stap vinden we bij zijn kleinzoon, Jakob. In een mysterieus, nachtelijk tafereel worstelt hij bij de rivier Jabbok met een goddelijk wezen. Deze strijd is meer dan een fysiek gevecht; het is een metafoor voor de innerlijke strijd van een mens die zich vastklampt aan God, worstelend met zijn eigen angsten, ego en zegen. Jakob was hierin een voorschaduw van het leven in Christus, de "gezalfde". Zijn transformatie laat al zien dat het nooit in de eerste plaats ging om een fysiek land of een fysieke natie – een dualistisch denken in "wij" versus "zij" – maar om een geestelijke realiteit. Na deze transformatieve ervaring krijgt Jakob een nieuwe identiteit: "Uw naam zal niet meer Jakob zijn, maar Israël, want u hebt met God en mensen gestreden en hebt overwonnen" (Genesis 32:28).


Israël betekent: "hij die strijdt met God" of "God strijdt". Vanaf dat moment is de naam een identiteit, geboren uit een persoonlijke, geestelijke confrontatie.


De vergeten Waarheid: onze diepe eenheid in Christus

Voordat we de volle omvang van de oplossing kunnen omarmen, hebben we met milde ogen te kijken naar de menselijke conditie. De woorden van Paulus in Romeinen 3, die schijnbaar een universele schuld constateren – "Er is niet één mens die Gods wil doet, niet één..." – raken een diepere laag wanneer we ze lezen door de lens van de eeuwigheid.


Vanuit dit mystieke perspectief is de zonde niet in de eerste plaats een morele fout, maar de tragische vrucht van vergetelheid. Het is het gevolg van een diepe, collectieve amnesie. Voordat de fundamenten der wereld gelegd waren, waren wij reeds in Hem. Onze ware identiteit is en was altijd al verankerd in Christus, de Eerstgeborene van de hele schepping (Kolossenzen 1:15-17).

"Wij zijn uitgegaan van God, maar vergeten terug te keren." - Meister Eckhart

Deze "zonde" is de staat van leven in een illusie van afgescheidenheid. Het is de misvatting dat wij op onszelf staan, los van de Bron. Paulus' confronterende diagnose – "Iedereen gaat zijn eigen gang" – beschrijft precies deze toestand: het leven vanuit de valse ik, het ego, dat denkt apart te kunnen bestaan van God. De wet, hoe heilig ook, biedt hier geen uitweg, omdat zij enkel de symptomen van deze afgescheidenheid blootlegt, maar de ziekte van de vergetelheid niet kan genezen (Romeinen 3:20, Romeinen 7:5-6). Zij herinnert ons aan onze staat van dwalen, maar wekt ons niet tot her-innering van onze ware natuur.


Het probleem is daarom niet dat wij nooit rechtvaardig waren, maar dat wij vergeten zijn wie wij zijn. De uitdaging is niet om rechtvaardig te worden voor een heilige God, maar om ons ware Zelf, dat reeds in Christus rechtvaardig en heel is, opnieuw te herinneren en te omarmen. Dit is het begin van de terugkeer naar de eenheid, de wederontdekking van het koninkrijk dat altijd al binnenin ons was.


De verschuiving: Jezus en het koninkrijk van binnenuit

In het Nieuwe Testament zien we een diepgaande verschuiving in het begrip van deze concepten. Jezus Christus doorbreekt herhaaldelijk de verwachting van een fysiek, aards koninkrijk.


Tegen de Farizeeën, die dachten het koninkrijk te kunnen lokaliseren, zei Hij: "Het koninkrijk van God komt niet op een waarneembare manier. Ook zal men niet zeggen: Zie, hier is het! of: Zie, daar is het! Want zie, het koninkrijk van God is binnen in u" (Lukas 17:20-21). Het koninkrijk gaat niet om uiterlijke zaken, want "het koninkrijk gaat niet om eten of drinken, maar om vrede en vreugde in de Heilige Geest" (Romeinen 14:17).


De kern van aanbidding verplaatst Hij eveneens van een fysieke plaats (de tempel in Jeruzalem) naar een geestelijke realiteit. Tegen de Samaritaanse vrouw legde Hij uit: "God is Geest, en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en in waarheid" (Johannes 4:24).


De definitie: Paulus en de ware erfgenaam

Paulus trekt deze lijn door en geeft een verbluffend heldere, diepgaande definitie in zijn brief aan de Galaten. Hij gebruikt een krachtige allegorie van Abrahams twee zonen.

  • Ismaël staat voor het verbond van de wet (berg Sinaï), geboren "op natuurlijke wijze", en staat voor het aardse Jeruzalem dat in slavernij is.

  • Isaak staat voor het verbond van de belofte, geboren "krachtens Gods belofte" en "krachtens de werking van Gods Geest", en staat voor het hemelse Jeruzalem, dat vrij is, en dat onze moeder is (Galaten 4:22-26).


Paulus concludeert: "Evenals Isaak, broeders en zusters, bent u kinderen van Gods belofte... Welnu, broeders en zusters, we zijn geen kinderen van een slavin, maar van de vrije vrouw" (Galaten 4:28,31). De erfgenaam is niet degene die uit het vlees komt (de natuurlijke afstamming), maar degene die, zoals Isaak, uit de Geest is.


Dit leidt tot de kernachtige definitie van de ware identiteit van Israël:

  • "Want hij is niet een Jood die het in het openbaar is... maar hij is een Jood die het in het verborgene is, en de besnijdenis van het hart is een besnijdenis die naar de geest gebeurt, niet naar de letter" (Romeinen 2:28-29).

  • En nog krachtiger: "Nee, de ware Jood is hij, die het innerlijk is, die in zijn hart besneden is; dat is het werk van de Geest van God, niet van de geschreven wet. Zo iemand zal dan niet worden geprezen door de mensen, maar wel door God" (Romeinen 2:29, NBG).


Het ultieme voorbeeld: Paulus' eigen verwerping van het vleselijke

Maar Paulus laat het hier niet bij. Hij maakt het persoonlijk en onontkoombaar in zijn brief aan de Filippenzen. Hij haalt zijn eigen indrukwekkende fysieke en religieuze stamboom aan en verklaart deze volkomen waardeloos:


"Pas op voor die honden met hun ondermijnende praktijken, pas op voor de versnedenen! Want wij zijn de ware besnedenen, onze eredienst is geestelijk, wij beroemen ons op Christus Jezus en vertrouwen niet op uiterlijke ceremonies. Ik heb zelf overigens alle reden om op zoiets menselijks te vertrouwen, ja meer dan wie ook: ik werd besneden toen ik acht dagen oud was, ik ben een geboren Israëliet uit de stam van Benjamin, een echte Hebreeër, in wetsopvatting een Farizeeër... Maar wat winst voor mij betekende, ben ik als verlies gaan zien omwille van Christus. Ja, sterker nog: alles beschouw ik als verlies, omdat het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, alles te boven gaat... Ik ben gerechtvaardigd, niet door de wet na te leven maar door te geloven in Christus, ik ben gerechtvaardigd door God op grond van het geloof." (Filippenzen 3:2-9).


Hier hakt de apostel zelf de knoop door. De "ware besnedenen" zijn niet zij die het fysieke teken dragen, maar zij wier eredienst geestelijk is en die vertrouwen op Christus. Zelfs de meest perfecte uiterlijke kwalificaties – een geboren Israëliet, een Farizeeër naar de letter der wet – worden als "vuilnis" beschouwd in vergelijking met de alles overstijgende waarde van het kennen van Christus.


Een "ware Jood" is dus een geestelijke identiteit. Het is ieder mens van welke afkomst dan ook, wiens hart is getransformeerd door de Heilige Geest. Paulus benadrukt dit verder: "Gij bemerkt dus, dat zij, die uit het geloof zijn, kinderen van Abraham zijn" (Galaten 3:7). En: "Het doet er niets toe, of men besneden is of niet. Het gaat erom of men een nieuwe schepping is!" (Galaten 6:15).


Jij bent het Nieuwe Israël, de Tempel en het Koninkrijk


Waar leidt dit ons dan toe? Tot een ontzagwekkende, persoonlijke conclusie. Ieder mens die zijn leven leidt vanuit "de wet van de Geest des levens" (Romeinen 8:2) wordt het geestelijke Israël. Deze strijd is geestelijk, want "al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees" (2 Korintiërs 10:3).


  • Jij bent de Tempel: "Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen?" (1 Korintiërs 6:19). God woont niet langer in een gebouw van steen, maar in de mens zelf.

  • Jij bent een priester en een koning: "Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte" (1 Petrus 2:9, zie ook Openbaring 1:6). Je hebt directe toegang tot God en bent geroepen om Zijn koninklijke invloed uit te oefenen in je omgeving.

  • Jij bent het Nieuwe Jeruzalem: In een visioen zag Johannes "de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalend uit de hemel, van God" (Openbaring 21:2). Dit is niet een toekomstige stad; het is het beeld van de wereldwijde Gemeente, de verzameling van alle gelovigen, die Gods heerlijkheid en karakter ("neerdalend") in de wereld brengt. Jij bent een levende steen in die stad (1 Petrus 2:5).


kring van mensen die voorover gebogen staan richting het midden van de kring kijkende naar de camera

Deze nieuwe identiteit maakt alle menselijke tegenstellingen nietig. "Want allen die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods" (Romeinen 8:14). En in Christus is "geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrij, van mannelijk en vrouwelijk; gij allen zijt immers één in Christus" (Galaten 3:28). Je hebt je met Christus bekleed; de oude identiteiten zijn ondergeschikt geworden aan de nieuwe schepping die je in Hem bent.


Conclusie: jouw persoonlijke Beloofde Land


De reis van het beloofde land is een reis naar binnen. Het fysieke land was een schaduw, een metafoor voor een diepere waarheid. Het ware "Israël" is de identiteit van ieder mens die, net als Jakob, de moed heeft om de nacht in te gaan en de innerlijke strijd met God aan te gaan. Het is de identiteit van wie, net als Paulus, alle menselijke prestige en afkomst als verlies beschouwt om de alles overstijgende waarde van Christus te winnen. Het is de identiteit van een kind van de belofte, een vrij en soeverein mens in het hemelse Jeruzalem.


Zoals we zagen is het bijbelse Israël fundamenteel anders dan de moderne natie-staat. De belofte werd nooit vervuld in een politieke entiteit, maar in een geestelijk volk. Het koninkrijk is niet ver weg; het is een koninkrijk van vrede en vreugde, binnenin jou. Jij bent de plaats waar God woont, de priester die Hem vertegenwoordigt en de koning(in) die Zijn liefde en waarheid regeert in jouw stukje van de wereld.


De vraag is daarom niet: "Waar is Israël?" De vraag is: "Leef jij vandaag uit de identiteit van het geestelijke Israël?"


Opmerkingen

Beoordeeld met 0 uit 5 sterren.
Nog geen beoordelingen

Het is niet meer mogelijk om opmerkingen te plaatsen bij deze post. Neem contact op met de website-eigenaar voor meer info.
bottom of page